HUISVESTING
Vanaf 1 januari 2013 moeten gelten en zeugen vanaf vier weken na de inseminatie tot één week voor het werpen verplicht in groep worden gehuisvest (Europese Richtlijn 2008/120/EC; K.B. van 15 mei 2003). Dit geldt voor bedrijven met minimaal 10 zeugen. Enkele welzijnsaspecten worden op deze pagina toegelicht. De wettelijke vereisten aangaande groepshuisvesting, de keuzecriteria en -mogelijkheden van de verschillende systemen vind je hieronder terug.
-
In de publicatie 'De dekafdeling voor zeugen: het eros centrum van het zeugenbedrijf' (Suzy Van Gansbeke, Tom Van den Bogaert, Sarah De Smet en Kelly Relaes; 2013) vindt u de belangrijkste aandachtpunten voor de dekafdeling terug.
- Anita Hoofs (VIC Sterksel; 2014) bespreekt de bevindingen/conclusies van enkele innovaties in het kraamhok, de biggenbatterij en gedurende de vleesvarkensfase.
Kraamhokken
Zijn er bepaalde eisen waaraan de roosters in kraamstallen moeten voldoen?
-
Het gebruik van kraamopfokhokken heeft dus als doel de speendip te verlagen (en daardoor welzijn, gezondheid en groei te bevorderen) en te sparen op arbeid (reinigen en verplaatsen). Maar ook enkele knelpunten en moeilijkheden komen in beeld. In dit artikel wordt de overweging gemaakt.
-
De presentatie‘Kraamhokken lay-out en klimaat’(Suzy Van Gansbeke; 2016) focust op de vereisten voor de klassieke kraamhokken. Naast aanbevelingen voor de kraamkooien, vloer, hokafscheiding, voedertrog, biggennest en afleidingsmateriaal, komt ook het klimaataspect aan bod. Tot slot worden enkele alternatieve kraamhoksystemen toegelicht.
Groepshuisvesting
-
In de presentatie ‘Naleving van de verplichte groepshuisvesting: stand van zaken’ (Suzy Van Gansbeke; 2013) wordt een overzicht gegeven waarop moet worden gelet bij controles op de naleving van groepshuisvesting.
Lees het verslag. -
De publicaties 'Snel omschakelen naar groepshuisvesting voor zeugen', 'Omschakelen naar groepshuisvesting in bestaande stallen: hoe voldoen aan het verplichte aandeel dichte vloer' en 'Groepshuisvesting voor zeugen: Laatste fase omschakelen' (Suzy Van Gansbeke, Tom Van den Bogaert, Sarah De Smet en Kelly Relaes; 2013) verduidelijken een aantal gestelde vragen, zoals hoe voldoen aan de oppervlaktenormen, spleetbreedte en consequenties bij niet-conformiteiten.
-
Voederligboxen met uitloop zijn het meest gebruikte groepshuisvestingssysteem. Een advies voor een uitloop van tenminste 2,5 m (beter 2,8 tot 3 m) tussen een dubbele rij voederligboxen, wordt toegelicht in de publicatie 'Uitloop tussen voederligboxen' (Suzy Van Gansbeke, Tom Van den Bogaert, Sarah De Smet en Kelly Relaes; 2012).
-
In de presentatie enkele actuele onderwerpen (Suzy Van Gansbeke; 2012) vindt u enkele antwoorden op vragen omtrent groepshuisvesting terug. In de eerste plaats worden renovatiemogelijkheden toegelicht. Daarna wordt de controle op de randvoorwaarden aangehaald en tot slot komt een recent erkende ammoniak emissiearm systeem voor vleesvarkens aan bod.
-
De brochure 'Groepshuisvesting van zeugen' (Departement Landbouw en Visserij; 2011) geeft informatie over de wettelijke vereisten, de verschillende groepshuisvestingssystemen en de criteria voor het bepalen van het type groepshuisvestingssysteem op uw bedrijf. Daarnaast komen enkele knelpunten van groepshuisvesting aan bod.
-
In de brochure 'Groepshuisvesting zeugen: 2013 nadert' (Departement Landbouw en Visserij) wordt weergegeven welke factoren een rol kunnen spelen bij de kostenberekening bij verbouwing. Daarnaast wordt een voorbeeld gegeven van de renovatiemogelijkheden in een zeugenstal.
-
De presentatie 'Groepshuisvesting van zeugen' (Anita Hoofs; 2010) behandelt Nederlands onderzoek aangaande groepshuisvesting. De presentatie kwam er naar aanleiding van de studienamiddag ‘Groepshuisvesting van zeugen: ervaringen en succesfactoren van de eerste generatie gebruikers sinds de welzijnswetgeving’.
-
In de presentatie 'Groepshuisvesting: omschakeling 2003-2009' (Frank Tuyttens; 2010) worden de resultaten toegelicht die werden bekomen na bevragingen van zeugenhouders (2003-2009) omtrent hun omschakeling naar groepshuisvesting.
-
Op de website Diereninformatie kan de zeugenhouder een leidraad vinden om een geschikt groepshuisvestingssysteem te kiezen.
Het demoproject ‘Emissiearm en dierwelzijnsvriendelijk (ver)bouwen van zeugenstallen’(2001-2003) wou zeugenhouders een leidraad bieden bij de zoektocht naar een geschikt groepshuisvestingssysteem. Er werd een stappenplan uitgewerkt dat de zeugenhouder, afhankelijk van de bedrijfssituatie, kon begeleiden bij het zoeken naar een geschikt groepshuisvestingssysteem. Informatie over de meest voorkomende groepshuisvestingssystemen: per systeem worden de groepsgrootte, de manier van voederen, de opstelling in de stal en de voornaamste voor- en nadelen toegelicht. Daarnaast worden ook de bevindingen na praktijkbezoeken en een reeks foto's van elk groepshuisvestingssysteem weergegeven.
Ik zou graag advies krijgen over de verbouwing van een bestaande zeugenstal met ligboxen naar groepshuisvesting met voederstations. U vindt hier terug waarmee u rekening moet houden bij het ombouwen naar groepshuisvesting met voederstations.
- Over hoeveel oppervlakte moeten mijn zeugen, die in groep zijn gehuisvest, beschikken? En wat is het aandeel dichte vloer dat in mijn groepshuisvesting aanwezig moet zijn?
- Ik zou met een doorlopende voedertrog werken, waarbij een scheidingswand wordt geplaatst tussen de dieren. Moet deze scheidingswand dicht zijn of mogen de zeugen elkaar zien door deze wand?
- Ik zou een voederinstallatie met voederdosators willen hergebruiken, is dit toegelaten?
- Als drinkwatervoorziening zal permanent water in de voedertrog staan. Hiervoor zal gewerkt worden met een vlotter aan de zijkant van de bak, die ervoor zorgt dat er steeds een bepaalde hoeveelheid drinkwater beschikbaar is. Is dit voldoende of moet ik ook nog een andere drinkplaats voorzien?
- In de drachtstal zouden we met deurventilatie werken. Is dit ventilatiesysteem toegelaten in de drachtstal? Als mijn hokafscheidingen t.h.v. de midden gang dicht zijn, is dit toch voldoende voor het systeem van deurventilatie. Zijn er nog andere regels waarmee ik rekening moet houden?
- Wat zijn de gevolgen voor zeugenhouders die niet in orde zijn met groepshuisvesting voor zeugen en geen bereidheid tonen tot aanpassing?
- Wat zijn de gevolgen voor zeugenhouders die nog bezig zijn met de aanpassingen naar groepshuisvesting van zeugen?
- Wat zijn de gevolgen voor zeugenhouders die wel voldoen aan de vereiste totale oppervlakte, maar niet voldoen aan het minimum aandeel dichte vloer?
- Wat zijn de gevolgen voor zeugenhouders waarbij de spleetbreedte van de roosters niet in orde is?
- Bij een verzonken trog mag er 15 cm worden meegerekend bij de berekening van de totale oppervlakte (m²/dier), klopt dit? Mag ik deze 15 cm dan ook meerekenen als 'dichte' vloer?
- Mag ik zeugen, die ik tijdens de groepsperiode enkele dagen individueel wil houden, dan opsluiten in een box?
- Zijn er ook normen (totale oppervlakte (m²/dier) en oppervlakte dichte vloer (m²/dier)) voor zeugen in de dekafdeling, m.a.w. van spenen tot 4 weken na inseminatie?