VOEDER
-
Methodieken voor het insluiten van nieuwe grondstoffen in varkensvoeder: presentatie van Sam Millet (ILVO) voor de ILVO Webinars Veehouderij in het najaar van 2020.
- Inschatten van nutriëntenbenutting via NIRS analyses (Louis Paternostre; 2019)
De belangrijkste indicator voor het schatten van de voederkwaliteit en -benutting is zijn netto energie inhoud. Naast de dure in vivo verteerbaarheidsexperimenten kan NIRS (oftewel Nabij infrarood reflectie spectroscopie) worden gebruikt om de netto energie-inhoud (NE) en verteerbaarheid van voeder (VCos) te voorspellen. Het combineren van zowel de spectra van het voeder en de mest naast elkaar zorgt voor een betere inschatting van de voederbenutting i.p.v. afzonderlijk. En dit zowel op bedrijfs-, hok- en dierniveau. De huidige dataset wordt nog uitgebreid met bijkomende voeder- en meststalen, en de kalibraties worden verder gevalideerd.
- Interactie tussen eiwitgehalte in dracht- en speenvoeder op bigprestaties en mestconsistentie na spenen (Kikianne Kroeske; 2019)
Een te hoog eiwitgehalte in biggenvoeders verhogen het risico op speendiarree door een invloed op de microbiële samenstelling en activiteit in de dikke darm. De microbiële samenstelling wordt reeds vroeg in het leven bepaald. Daarom wilden we nagaan in welke mate het zeugenvoeder een effect kan hebben op de biggen kort na het spenen en daarna. Er werd een proef uitgevoerd met verschillende eiwitgehaltes tijdens de dracht en na het spenen. Dit leidde tot 4 behandelingsgroepen: HH, HL, LL, LH (H=hoog; L=laag) waarbij de eerste letter staat voor het eiwitgehalte van het drachtvoeder en de tweede letter op het voeder in de batterijperiode. Er werden geen opmerkelijke verschillen gevonden in de groeiprestaties en de slachtresultaten van de vleesvarkens bij de verschillende voederstrategieën. De dagelijkse voederopname vanaf 9 weken tot slacht lag evenwel significant hoger bij de LH-groep vergeleken met de LL-groep, maar er was geen significant verschil in voederconversie. Bij het scoren van de mestconsistentie zagen we iets slechtere scores bij de dieren afkomstig van de zeugen op het hoog eiwitvoeder.
- Effect van variërend zoutgehalte op groeiprestaties en mestconsistentie van biggen (Sam Millet; 2019)
Uit een ILVO-proef blijkt dat het momenteel niet aangewezen is om de zoutgehaltes van de huidige speenvoeders op te trekken. Variërende zoutgehaltes (1,9 tot 3,9 g/kg) lijken geen invloed te hebben op de groeiprestaties van biggen. De consistentie van de mest wordt evenwel negatief beïnvloed door hogere zoutconcentraties.
Lees het volledige artikel 'Zout in biggenvoeder: mag het een beetje meer of minder zijn?'
- Herdefiniëren van voederconversieformule via participatief onderzoek (Ilias Chantziaras; 2019)
Het ontbreken van een uniforme berekening voor de voederconversie maakt het moeilijk voor varkenshouders om in te schatten of ze goed bezig zijn. ILVO en UGent gingen daarom samen met de sector op zoek naar een uniforme berekeningswijze voor de voederconversie en lanceerden onderstaande berekeningstool. De karkasgroei per kg voeder en gestandaardiseerde karkasgroei per kg voeder kan worden berekend via https://varkensloket.be/tools/karkasgroei. Elke gebruiker geeft hiervoor 6 gegevens: het gemiddeld opleggewicht van de biggen, het aantal opgelegde biggen, het aantal afgeleverde varkens, de totale hoeveelheid voeder gebruikt tijdens de afmestperiode, de afmestduur en het gemiddeld karkasgewicht (warm of koud).
-
Stikstofbalans op een varkensbedrijf (pdf) (Sam Millet en Alice Van den Broeke; 2017): Op basis van een praktijkproef bij ILVO gedurende de vleesvarkensfase werd het effect van het geslacht op de stikstofbalans in kaart gebracht. De stikstofexcretie werd berekend op basis van de stikstofinname en de stikstofretentie. Beren halen een stikstofefficiëntie van 53%. Onder het toegepaste voederregime en de genetica in de proef zijn bargen ecologisch minder efficiënt dan beren en immunocastraten. De stikstofefficiëntie bij bargen kan waarschijnlijk verhoogd worden door de eiwitinhoud van het voeder te verlagen zolang het geen negatieve invloed heeft op hun groei en karkassamenstelling.
-
Maximale stikstofefficiëntie door een optimale eiwit- en aminozuursamenstelling (pdf) (Sam Millet; 2017): Deze voordracht gaat in op strategieën om de stikstofefficiëntie van vleesvarkens te maximaliseren, aan de hand van een aantal proeven die de voorbije jaren op ILVO werden uitgevoerd. Enerzijds werden strategieën besproken om het aandeel lysine ten opzichte van de spiergroei zo laag mogelijk te houden: dit kan door managementmaatregelen die de voederconversie verlagen, door het verstrekken van voeder met een gebalanceerd aminozuurprofiel en door het lysinegehalte aan te passen in functie van de dierbehoefte (fasevoedering). Binnen deze krijtlijnen kan de stikstofefficiëntie verbeterd worden door het eiwitgehalte te laten zakken. Tot op een bepaald niveau kan dit zonder te veel verlies in groeiprestaties.
-
Belang van de voedervorm op groeiprestaties en nutriëntenverbruik (pdf) (Alice Van den Broeke; 2017): Het effect van het voederen van meel of pellets op de zoötechnische prestaties, het nutriëntenverbruik en economische parameters werd zowel bij biggen als vleesvarkens in kaart gebracht. Het dagelijkse voederverbruik (voederopname en vermorsing) door de vleesvarkens lag hoger bij het meel vergeleken met de pellets. Bij de biggen verschilde het verbruik van het meel en de pellets niet significant. De biggen en de vleesvarkens op de pellets groeiden beter en hadden een lagere voederconversie vergeleken met het meel. Het bereikte bruto saldo tussen meel en pellets was evenwel vergelijkbaar. De gunstigere voederconversie werd opgeheven door de meerkost van het pelleteren (geschat op 10 euro/ton voeder). Pelleteren heeft dus in de eerste plaats een milieuvoordeel.
-
Een goede voederconversie: meer dan alleen voeder (pdf) (Sarah De Smet; 2017): Voeder is de belangrijkste kostenpost bij het afmesten van vleesvarkens. Het is voor de varkenshouder dus essentieel om zo efficiënt mogelijk met het voeder om te gaan en zo de voederkost en de mestproductie te beperken. De hoeveelheid voeder die een varken verbruikt hangt af van tal van managementfactoren, zoals de genetica, het voeder, het drinkwater, het geslacht, het stalklimaat, de gezondheid en de slachtbeslissing. De varkenshouder heeft een hand in heel wat factoren: o.a. de juiste eindbeer kiezen, de voederbakken correct afstellen, zorgen voor goede hygiënemaatregelen en het verstrekken van drinkwater van afdoende kwaliteit spelen een rol.
-
De doelstelling van het demoproject 'Reductie van het voederverbruik als sleutel tot rendabel varkens produceren' is om na te gaan in welke mate de voederconversie verbeterd kan worden door een betere benutting van het voeder.
-
Tijdens de presentatie Succesvol spenen van biggen, een uitdaging voor de varkenshouder (Joris Michiels; 2017) wordt ingegaan op de speenproblematiek en mogelijkheden om de speendip te beperken.
-
Het artikel 'Voeder: kritische succesfactor in rendement' (pdf) (2016) is een reflectie van een workshop over voeder, de kostprijs ervan en de invloed op het bedrijfsrendement.
-
In de presentatie ‘Biestmanagement’ (Ilse Declerck; 2016) wordt het belang van biest op korte en lange termijn verder uitgediept.
-
In de presentatie ‘(Bij)voeding van biggen in kraamstal of nursery’ (Jeroen Degroote; 2016) wordt ingegaan op de melkgift en -samenstelling. Ook opfokmaatregelen zoals het intermitterend spenen, het inzetten van pleegzeugen, het bijvoederen van melkproducten en het geven van snoepvoeder komen aan bod.
-
Voeder ik het best meel of korrels aan mijn varkens? Een vraag die sterk leeft bij varkenshouders en aldus regelmatig opduikt bij het Varkensloket. Het artikel 'Pelleteren goed voor dierprestaties, maar minder goed voor fijn stof?' (2015) gaat hier dieper op in en verduidelijkt welke invloed het vermalen en het pelleteren van voeder heeft op de dierprestaties, de diergezondheid en de luchtkwaliteit in de stal.
- De presentatie ‘Lysinebehoefte van biggen tussen 4 en 9 weken’ en bijhorende tekst (Sam Millet; 2015) bespreken de resultaten van een proef waaruit bleek dat de lysinebehoefte van biggen hoger ligt dan de lysinegehaltes in de gangbare praktijkvoeders.
Lees het verslag.
- De presentatie ‘Effect van partikelgrootte en pelletering op fijn stofgehalte en groeiprestaties van biggen tussen 4 en 9 weken’ en bijhorende tekst (Sam Millet; 2015) tonen aan dat biggen opgekweekte met gepelleteerd voeder beter groeien. Maar het voederen van korrels kan dan weer leiden tot hogere fijnstofconcentraties in de stal.
Lees het verslag.
- Het artikel 'Meerfasenvoeding in de praktijk, van big tot vleesvarken' (2015) geeft de (economische) voordelen weer van het aanpassen van de voeding aan de behoeften van het dier.
- In het kader van antibioticareductie wordt zinkoxide als alternatief naar voor geschoven in de strijd tegen diarree na het spenen. Het artikel 'Zinkoxide als alternatief voor antibiotica na het spenen' (2015) gaat dieper in op de speenproblematiek en praktijkervaringen met het gebruik van zinkoxide gedurende de eerste 14 dagen na het spenen.
- De brochure 'Kennis van varkensvoeding als sleutel tot rendabel voederen' (2014) biedt je op eenvoudige manier praktische informatie over de voeding van fokdieren, biggen en vleesvarkens. De brochure bevat informatie over het spijsverteringsstelsel, de verschillende nutriënten, het drinkwater, de mogelijke grondstoffen en de manier waarop een rantsoen kan worden geformuleerd.
- De belangrijkste aanbevelingen uit het demonstratieproject op een rijtje gezet door Sam Millet (2014, ILVO) in de presentatie' Het gebruik van DDGS in varkensvoeder'. De aanbevelingen werden aangevuld met de resultaten verkregen uit het IWT-LO project.
- Varkens zijn omnivoren (zowel plant- als vleeseters), waaraan de bouw van hun spijsverteringsstelsel is aangepast. Om te voldoen aan hun energiebehoefte moeten varkens voldoende voedingsstoffen (nutriënten) via het voeder opnemen. De verschillende nutriënten (zoals eiwitten, koolhydraten, vetten en mineralen) en hun belang in het voeder worden besproken. Deze info vindt u terug in de presentatie ‘Algemene inleiding tot de varkensvoeding’ (Geert Janssens; 2013).
- De presentatie 'Alternatieve eiwitbronnen voor soja' (Katrijn Ingels; 2013) geeft een overzicht van enkele Europese eiwitbronnen (erwten, veldbonen, lupinen, koolzaad- en zonnebloemschroot, DDGS en aardappeleiwit) als alternatief voor soja. Deze studienamiddagen kaderden in het demonstratieproject 'Precisievoeding van varkens: meerfasevoeding op basis van zelfgeteelde eiwitbronnen'. De eindbrochure 'Alternatieve eiwitbronnen in de voeding van vleesvarkens' van het demonstratieproject beschrijft de problematiek van de soja-import in Europa. Daarnaast worden de belangrijkste alternatieve eiwitbronnen opgelijst die in het voeder gebruikt kunnen worden ter vervanging van soja.
- Een goede voeding van drachtige zeugen is essentieel voor het krijgen van biggen met een goed geboortegewicht en goede overlevingskansen. Vervolgens is de opvang van de biggen tijdens de zoogperiode van belang. Het cruciale moment is de speenperiode waarbij de biggen worden blootgesteld aan tal van stressoren. De biggenvoeding verdient dan ook speciale aandacht door het verstrekken van goed verteerbare eiwitten, vetten en koolhydraten. Bekijk de presentatie ‘Voeding van biggen’ (Dirk Fremaut; 2013).
- De presentatie ‘Voeding van varkens op bedrijfsniveau’ (Dirk Fremaut; 2013) geeft informatie over het produceren van voeders (nat, meel en korrel) op het bedrijf. Het samenstellen van een goed rantsoen vergt enige kennis over de verschillende voedermiddelen.
- De presentatie 'Voeding van moederloze biggen' en 'tekst' (Sam Millet; 2012) geeft informatie over de melk als voedingsbron, de energiebehoeftes van biggen en de overschakeling naar speenvoeders.
Lees het verslag.
- De presentatie 'DDGS in de varkensvoeding' (Dirk Fremaut; 2011) belicht het gebruik van DDGS (bijproduct uit de bio-ethanolproductie) bij biggen en vleesvarkens.
- De presentatie 'Eiwitbehoefte van vleesvarkens' (Sam Millet; 2010) bespreekt de aminozuur (valine) behoefte van biggen.
-
Een overzicht van de voederprijzen vindt u terug op de website van het Departement Landbouw en Visserij. Deze voederprijzen werden vanaf januari 2007 bijgehouden door BEMEFA. De weergegeven prijzen worden berekend op basis van de commercieel meest verkochte formule per diersoort. In de prijs wordt een gemiddelde korting, zoals in de praktijk toegepast, verrekend.
-
Op de website van het FAVV wordt een overzicht gegeven van het wetgevend kader voor diervoeders. In de eerste plaats wordt een algemeen overzicht gegeven van wat belangrijk is voor de diervoedersector, daarnaast wordt dieper ingegaan op o.a. erkenningen, etikettering en controles.
-
De presentatie ‘Voermanagement bij hoogproductieve zeugen’ (Filip Florizoone; 2016) geeft de noodzaak weer voor een (aan de genetica) aangepast voederschema/voeder tijdens de dracht, rond het werpen en tijdens de lactatie.
- De presentatie 'Voeding en vruchtbaarheid' (An Cools; 2013) verduidelijkt de energiebehoefte bij zeugen. De overgang van de dracht naar lactatie is een kritische periode dat om een aangepast voederschema vraagt. Ook de periode na het spenen vereist een specifieke aanpak zodat de zeugen goed bronstig worden. Om te komen tot (hoog)productieve zeugen, is het aanleveren van (eigen of aangekochte) opfokgelten nodig. Het is van belang om deze gelten zo vroeg mogelijk voor te bereiden op hun latere 'taak' door het geven van een optimaal geltenvoeder. Tot slot worden enkele praktijkvoorbeelden besproken.
- De fiche 'Voeding rond de partus' (Sam Millet en An Cools; 2012) geeft aan welke aandachtspunten van belang zijn voor een goede voederopname bij de zeugen in de kraamafdeling. Daarnaast wordt besproken hoe harde mest en constipatie kan worden vermeden. De presentatie 'De voeding van zeugen in de kraamstal' (Sam Millet en An Cools; 2012) gaat dieper in op de oorzaken van voederopname problemen in de kraamstal. De relatie tussen de voederopname in de dracht en tijdens de lactatie wordt uitgelegd, alsook het effect van de conditie op voederopname en het belang van vezels. Tot slot worden enkele praktische tips voor de varkenshouders gegeven.
- De presentatie 'Voeding van zeugen rond het werpen' (An Cools; 2010) geeft informatie over de voederopname in de kraamstalperiode en besteed aandacht aan de problematiek van constipatie en te vette zeugen.
- Een (herwerkte) brochure 'Meerfasenvoeding voor varkens’ (Departement Landbouw en Visserij; 2003) verstrekt informatie over de nutriëntenbehoeften en de mogelijkheden van het gebruik van meerfasevoeding in de praktijk.
Welk voeder geef ik het beste zodat ik minder mest heb? Meer bepaald naar volume toe.
Welk voeder geef ik het beste zodat ik minder mest heb? Meer bepaald naar volume toe.
Heb je informatie over het aantal eet- en drinkplaatsen bij varkens.
Is het mogelijk om in varkensvoer verse platvis op te nemen?
Wat kan ik doen als mijn vleesvarkens niet willen eten in de zomer?