VARKENSLOKET

Introductie en optimalisatie van innovatieve opfokconcepten voor veerkrachtige biggen   

Vlaamse opfokbedrijven kennen een aantal belangrijke technisch-economische uitdagingen: de perinatale biggensterfte is hoog, het opfokken van steeds grotere worpen is een grote uitdaging, en het abrupt spenen van biggen zorgt voor een terugval in prestaties en een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Het VLAIO-LA project 'Introductie en optimalisatie van innovatieve opfokconcepten voor veerkrachtige biggen' wil innovatieve concepten in de opfok van biggen introduceren en optimaliseren, met als doel op een rendabele manier meer veerkrachtige biggen te bekomen. 'Veerkracht' wordt  hierbij gedefinieerd als het vermogen van het dier om, onder normale fysiologische condities, het evenwicht te herstellen als het wordt verstoord. De voorgestelde concepten zijn: 1/ interventies bij de neonatale big (alternerend zogen, drenching van bioactieve stoffen), en 2/ interventies ter voorbereiding van het spenen (groepsopfok in kraamafdeling met stimulatie van foerageergedrag).

Succesvol omgaan met overtallige biggen impliceert in de eerste plaats het nemen van maatregelen om de overlevingskans van de zwakste biggen te verbeteren zonder de overleving en de prestaties van de zwaardere biggen te veel te schaden. Mogelijke maatregelen zijn o.a. drenchen, alternerend zogen, verleggen en het verstrekken van snoepvoeder.

De doelstellingen van dit project alsook de belangrijkste bevindingen bij elk van de opfokconcepten werden samengevat aan de hand van een talkshow die u hier kan bekijken. Een meer uitgebreide uiteenzetting van de 3 opfokconcepten wordt aangeboden via 3 webinars die u kan terugkijken via de video’s bij de respectievelijke opfokstrategie. Daar worden de resultaten van de verschillende proeven uitgebreid gepresenteerd.

Talkshow innovatieve opfokconcepten voor veerkrachtige biggen

 

  • DRENCHEN omvat het verstrekken van een beperkte hoeveelheid vloeistof in de muil van kleine/zwakke biggen met behulp van een spuitje of pompje. Kleine biggen zijn vaak niet in staat om in competitie te gaan met grotere nestgenoten en/of zijn te zwak om actief (een eerste maal) voldoende biest op te nemen. Hierdoor ontstaat er een neerwaartse spiraal waarbij deze biggen nog verder verzwakken, nog minder biest opnemen en vaak sterven. Bijvoederen door middel vandrenchenbv. melkschotels neemt de competitie en de initiële zwakte van kleine biggen niet weg waardoor bij gebruik van dergelijke systemen het vooral de grotere, krachtigere biggen zullen zijn die extra melk kunnen opnemen. Hier kan drenchen een oplossing bieden doordat deze interventie een individuele supplementatie toelaat van zwakke biggen. 

    De reeds beschikbare wetenschappelijke resultaten rond drenchen waren schaars en vaak nog twijfelachtig. Daarnaast was de manier waarop deze proeven werden uitgevoerd moeilijk te vergelijken met de praktijk. Het huidige project had tot doel om het nut van drenchen voor de praktijk te onderzoeken. Hierbij werd gefocust op de effecten van drenchen op de groei  en de sterfte van de biggen. Daarnaast werd het drenchen enkel uitgevoerd op verzwakte biggen, om zo de meerwaarde te onderzoeken inclusief de arbeid die gepaard gaat met deze maatregel. Er werd verschillende bioactieve stoffen getest, alsook werd er gevarieerd met de concentratie van de melkvervanger. Daarnaast werd ook gekeken naar het effect van het uitvoeren van de handeling an sich. Deze eerste webinar geeft de resultaten weer van de proeven rond drenchen. Je krijgt enkele aanbevelingen  over het praktisch toepassen van drenchen en een goede zorg voor de pasgeboren biggen.

Webinar drenchen

 

  • Bij ALTERNEREND ZOGEN worden de biggen met een hoog geboortegewicht en volle buik voor een bepaalde tijd afgezonderd van de zeug. Belangrijk is dat de biggen droog, warm (vloerverwarming, IR-lamp) en rustig worden gehouden. Alternerend zogen verbetert de biestopname, groei in de eerste levensdagen en overlevingskansen van  biggenDe zware biggen die worden afgezonderd ervaren vaak een tijdelijke gereduceerde groei, maar herstellen gedurende de tweede en derde levensdag van hun isolatie. In dit project werd onderzocht wat het optimale starttijdstip is, hoe lang en/of intensief men deze strategie moet volhouden, en wat de ideale uierbezettingsgraad is bij het afzonderen biggen.

    In deze webinar wordt de resultaten uit de proeven rond alternerend zogen gedetailleerd besproken. Er wordt daarnaast ingegaan op maatregelen en aandachtpunten die in de praktijk belangrijk zijn voor een goede manier van werken. Zo wordt duidelijk wat de beste mogelijke manier is om alternerend zogen toe te passen. De belangrijkste aandachtpunten werden ook samengevat in een ‘Standaard Operating Procedure’ of SOP alternerend zogen die in 1 A4 pagina op een eenvoudige en duidelijke manier alle richtlijnen voor alternerend zogen bevat.

Webinar alternerend zogen

 

groepsopfok

  • Om de stress bij biggen bij spenen te reduceren, kan geopteerd worden om GROEPSOPFOK VAN BIGGEN in de kraamstal toe te passen. Bij groepsopfok  wordt ingespeeld op de sociale vaardigheden van biggen door twee of meer tomen biggen gedurende de kraamstalperiode met elkaar te laten interageren. Intentie is om de biggen op latere leeftijd, zoals tijdens de stressvolle speenperiode, beter met sociale en niet-sociale uitdagingen leren om te gaan. Groepsopfok resulteert in minder agressie na spenen en vermindert de gevolgen van de speenproblematiek bij biggen op korte termijn. In dit project werd onder meer bestudeerd wat het effect is van groepsopfok op de prestaties en vechtgedrag van biggen voor en na spenen, wat de beste groepsgrootte is, of de effecten afhangen van het starttijdstip en of een combinatie met aangepaste voederovergang na spenen bijkomende positieve effecten heeft. 

    In de laatste webinar wordt ingegaan op redenen waarom groepsopfok nuttig kan zijn op een varkensbedrijf. Daarna worden de resultaten uit de proeven met groepsopfok in dit project overlopen, en worden aanbevelingen meegegeven over het toepassen van groepsopfok op uw bedrijf.

Webinar groepsopfok

 

  • Andere managementmaatregelen zijn het VERLEGGEN van biggen - ten vroegste 12 uur na de geboorte - wanneer het aantal biggen van de zeug het aantal functionele tepels overschrijdt. De focus van het geven van SNOEPVOEDER ligt op het stimuleren van de voederopname van de biggen. 

Meer informatie

ugent    aio   uant