VARKENSLOKET

Verslag studienamiddag 'PED en andere virale aandoeningen: gevolgen en hoe te voorkomen op mijn bedrijf'

Tijdens twee studienamiddagen 'PED en andere virale aandoeningen: gevolgen en hoe te voorkomen op mijn bedrijf' die doorgingen op 9 en 19 juni 2015 werd gefocust op de te nemen maatregelen, de voornaamste risico’s en de lessen die werden geleerd uit eerdere uitbraken.

PED: voorkomen en te nemen maatregelen – stilte voor de storm? - Hans Nauwynck

Aangezien coronavirussen zich onstabiel kunnen gedragen, blijft waakzaamheid zeker geboden. Indien de Belgische zeugen geen antistoffen hebben opgebouwd tegen PED zullen ze gevoelig zijn aan het virus. Eind 2015 zal, via het opsporen van antistoffen in  bloedstalen, worden nagegaan in hoeverre het virus zich heeft verspreid binnen de Belgische varkenspopulatie en in hoeverre antistoffen in de zeugenstapel aanwezig zijn.

De virulentie van de virusstam, de hoeveelheid virusdeeltjes die een dier opneemt, en de leeftijd bepalen de symptomen die tot uiting komen. Het virus vermenigvuldigt zich in het spijsverteringsstelsel, met waterige diarree en eventuele sterfte als gevolg. Algemeen kan worden gesteld dat hoe jonger de dieren zijn, hoe ernstiger het ziekteverloop is. Bij agressieve varianten kan de biggensterfte gedurende de eerste levensweek oplopen tot 100%. Indien het dier overleeft, worden antistoffen opgebouwd die gedurende 4 tot 6 maanden bescherming bieden tegen een herinfectie met het virus. Immune zeugen scheiden de antistoffen uit via melk, waardoor biggen tot speenleeftijd worden beschermd. De antistoffen tegen de milde variant zouden ook deels bescherming kunnen bieden als de dieren in contact komen met de agressievere variant. Op grotere bedrijven kan het virus (enzoötisch) aanwezig blijven. Vooral bij het inbrengen van bijvoorbeeld gelten die nog niet met het virus in contact kwamen kunnen problemen ontstaan bij de gelten en jonge biggen (geen bescherming).

Positief is dat het PED-virus heel gevoelig is aan detergenten en de meeste desinfectantia. All-in/all-out werken en grondig reinigen en ontsmetten tussen opeenvolgende groepen is noodzakelijk om de besmettingsdruk te doen dalen. Door het nemen van goede externe bioveiligheidsmaatregelen kan insleep op het bedrijf worden vermeden/beperkt. 

De voornaamste externe bioveiligheidsmaatregelen op een rij: - Charlotte Brossé

  • Hanteer het vuile weg-proper weg principe
    Zorg ervoor dat het aan- en afvoerend verkeer nooit het interne bedrijfsgedeelte (propere weg) hoeft te betreden.
     
  • Aan- en afvoer op het bedrijf
    De aanvoerroute (voor o.a. voeders en dieren) en de afvoerroute (voor o.a. dieren, dierlijke mest en kadavers) bevindt zich bij voorkeur op de vuile weg. Zorg voor een verharde laadkaai en kadaverplaats die gemakkelijk reinig- en ontsmetbaar is na gebruik. Eénmaal een dier bij het laden op de vrachtwagen is geweest, mag het in geen geval terug worden geplaatst in de stal. Verleen de chauffeur geen toegang tot de stal. Een lege, gereinigde en ontsmette vrachtwagen verdient de voorkeur. Gebruik aparte kledij voor het laden van varkens en afvoeren van kadavers
     
  • Quarantaine
    Maak correct gebruik van de quarantaine bij het aanvoeren van nieuwe dieren. De quarantaineperiode bedraagt minimaal 4 weken. Een quarantainestal bevindt zich afgescheiden van het bedrijf. Er wordt een all-in all-out principe toegepast met een grondige reiniging en ontsmetting tussen verschillende leveringen. Er is een aparte hygiënesluis en er wordt gebruik gemaakt van aparte kledij en materiaal. De quarantainestal wordt best als laatste betreden.
     
  • Maak correct gebruik van de hygiënesluis
    Een goede hygiënesluis bestaat uit een vuil en een proper gedeelte. Het is belangrijk dat er een scheiding tussen beide delen wordt voorzien (bv. bankje of douche). In het vuile gedeelte komt men binnen met de eigen kledij en schoeisel, trekt men deze uit, en wast en ontsmet men de handen. Bij voorkeur wordt er eveneens gedoucht. In het propere gedeelte wordt bedrijfseigen kledij en schoeisel aangetrokken, waarna de stal kan worden betreden. Het is belangrijk dat deze maatregelen door iedereen, dus ook elke bedrijfsmedewerker, worden toepast.
     
  • Beperk het aantal bezoekers
    Indien het bezoek noodzakelijk is, maken de bezoekers correct gebruik van de hygiënesluis. Vooraleer de stal wordt betreden, worden de laarzen ontsmet in een ontsmettingsvoetbad, dat dagelijks ververst wordt. Zorg ervoor dat de bezoekers enkel onder uw toezicht de stallen kunnen betreden (omheining, stal op slot, aan bedrijfsingang bordje met telefoonnummer). Laat de bezoekers hun voertuig buiten het bedrijf parkeren en registreer hun aanwezigheid in een bedrijfsregister.
     
  • Zorg voor een goede ongediertebestrijding
    Om het verspreiden van kiemen tegen te gaan, zijn interne bioveiligheidsmaatregelen van belang: dit houdt onder andere het volgen van looplijnen, het gebruik van kledij en materiaal per afdeling (kleurcode), het scheiden van leeftijdsgroepen, het all- in all-out principe, een goede ongediertebestrijding en een goede reiniging en ontsmetting in.

Meer weten over bioveiligheid? 

De brochure ‘varkens gezond houden’ geeft u een overzicht van de externe en interne bioveiligheidsmaatregelen, enkele hygiëneprotocols en uitgewerkte looplijnen.

Ook op de DGZ-website kan u meer informatie terugvinden:


Andere virale aandoeningen: Afrikaanse varkenspest, klassieke varkenspest en Aujeszky - Ellen De Jong

Ook voor andere opnieuw opduikende ziekten is waakzaamheid en een vroege detectie noodzakelijk om grootschalige gevolgen te vermijden! Het FAVV stelde praktische fiches waarin o.a. de klinische ziektetekenen, de wijze van overdracht en diagnose van klassieke varkenspest,Afrikaanse varkenspest en ziekte van Aujeszkyworden beschreven en geïllustreerd.

Wilde everzwijnen zijn een belangrijk reservoir voor deze virussen en worden aanzien als een risico voor de varkensbedrijven. In België worden de wilde everzwijnen afkomstig van de jacht door het CODA gescreend. Aujeszky zou voorkomen bij 20% van de Belgische everzwijnen, die bij besmetting vaak geen symptomen vertonen. Ook varkensbrucellose blijkt in de everzwijnpopulatie voor te komen. Naast direct contact met besmette dieren, het voederen van keukenafval/besmet vlees  aan varkens (verboden!), betekent diertransport ook een gevaar voor besmetting. Het Afrikaanse varkenspestvirus kan zich daarenboven vermenigvuldigen in bepaalde teken en steekvliegen.

Om de insleep vanuit de everzwijnpopulatie en via het transport uit risicogebieden/derde landen te voorkomen, werden een aantal wettelijke maatregelen vastgelegd:

  • Het nemen van algemene bioveiligheidsmaatregelen: o.a. uitrustings- en exploitatievoorwaarden voor elke varkensbedrijf; de toegang gedurende 72u verbieden aan personen, voertuigen of materialen uit een bedrijf in een risicozone; en het toepassen van quarantaine gedurende 4 weken.
  • Het voorkomen van de insleep door transport vanuit derde landen of risicogebieden: de vervoerder verwittigt de PCE binnen de 24u bij terugkeer uit eender welk derde land of bij terugkeer uit een risicogebied; het transportmiddel wordt vóór terugkeer naar België een eerste keer gecontroleerd gereinigd en ontsmet; en het transportmiddel wordt voor een tweede keer gereinigd en ontsmet vooraleer een nieuw transport plaatsvindt in België.
  • Het voorkomen van insleep vanuit de everzwijnenpopulatie: het verbod om dode of levende wilde everzwijnen afkomstig van de jacht of delen van deze everzwijnen binnen te brengen in een veebeslag; het verbod op contact met varkens voor personen die in de voorgaande 48u in contact zijn geweest met everzwijnen; en het verwittigen van de PCE als everzwijnen binnendringen in de stallen waarin de varkens zijn ondergebracht.